maandag 21 september 2009

Recensie concert van Leon Berben in Bovenkerk Kampen

Léon Berben heeft op donderdag 30 juli 2009 een concert verzorgd op het monumentale Hinsz-orgel in de Bovenkerk.
Lex Gunnink schreef een recensie, die vanwege ruimtegebrek niet in Nieuw Kamper Daglad, een uitgave van De Stentor kon worden geplaatst.

door Lex Gunnink

Donderdagavond maakte Léon Berben zijn opwachting in de serie orgelconcerten in de Bovenkerk. In Nederland is hij tamelijk onbekend, al heeft hij ondertussen wel een tiental CD’s op zijn naam staan, die internationaal werden bekroond met diverse onderscheidingen. Berben is geboren in Heerlen en studeerde aan de Conservatoria van Den Haag en Amsterdam, maar woont en werkt tegenwoordig in Keulen, waar hij onder andere lid was van het befaamde barokensemble Musica Antiqua Köln. Hij ging uit de startblokken met Bachs Fantasie in g. Wie dacht dit werk als z’n broekzak te kennen kwam bedrogen uit: Berben overrompelde alles en iedereen met een onstuimige, bijna driftige uitvoering. Heel verfrissend, een jonge organist die zich niet conformeert aan de traditionele uitvoeringspraktijk maar met een eigen visie durft te komen. Nog een verrassing: Bachs “Dies sind die heiligen zehn Gebot” in een orginele registratie, met elegant toegevoegde versieringen. In Bachs Dorische Toccata klonk opnieuw een hoger tempo dan gebruikelijk, maar het orgel had hoorbaar plezier onder de vingers van Berben, die daarbij de muziek op geen enkele manier geweld aandeed. De bijbehorende Fuga heeft een statig karakter, maar Berben had wederom zijn eigen opvatting. Door zijn lichtvoetige spel en registratie leek hij zowaar Bach nog te verbeteren.
Dat laatste deed Bachs eigen zoon Carl Philipp Emanuel trouwens ook. In diens orgelkoraal “Ich ruf zu Dir Herr Jesu Christ” leende hij eenvoudigweg het orgelkoraal van zijn vader uit diens “Orgelbüchlein”, om het vervolgens op te vrolijken met allerlei luchtige tussenspelen. Berben wist hier de sfeer uitstekend te treffen met een lieflijke uitvoering.
Léon Berben sloot zijn fraaie programma af met een kamerconcert van Vivaldi, voor orgel bewerkt door Bach. Hierin kon Berben niet helemaal overtuigen. Op papier was dit het meest lichtvoetige werk van de avond, maar uitgerekend in dit werk koos hij ervoor om de muziek zwaar aan te zetten, zowel in zijn spel als in de gekozen registraties. Daardoor deed hij het luchtige karakter van deze zonnige Italiaanse muziek toch ietwat geweld aan. Het was een boeiende avond, omdat Léon Berben een organist met smoel is: hij heeft zijn eigen opvattingen over muziek en durft die luid en duidelijk over het voetlicht te brengen.